Temperatuurfactoren
Je hebt vijf soorten temperatuurfactoren:
1. De breedteligging
2. De hoogteligging
3. Land-zee verdeling
4. Wind-zeestromen
5. Ligging van gebergten
De afstand tot de evenaar noem je de breedteligging. Deze is van invloed op de temperatuur. Hoe verder de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur wordt. De hoogte van de temperatuur word bepaald door hoe schuin de zonnestrallen invallen. Dat noem je de zoninvalshoek. Schuine zonnestralen geven minder warmte dan rechte zonnestralen. Dat komt doordat de aarde een bol is. De lucht bestaat uit wolken en stofdeeltjes. Een deel van de zonnestralen botst daar tegenaan en kaatst terug het heelal in. Schuine stralen doen daar langer over. Zij botsen meer tegen wolken en stofdeeltjes aan waardoor ze ook minder warmte afleggen.
Koude of warme lucht kan ook door wind worden getransporteerd. Gebergten kunnen dit vervoer hinderen. Het gebergte vormt dan een klimaatscheiding.
- Aanlandige wind komt vanaf zee en brengt tempartuurmatiging met zich mee.
- Aflandige wind komt vanaf het land en zorgt voor hele hoge of hele lage temperaturen.
De temperatuur is bepalend voor de hoogteligging. Het wordt steeds kouder hoe hoger je komt. Elke 100 meter hoger je komt, wordt het 0,6 graden kouder. Dat komt doordat de zonnestralen door de dampkring gaan en op het aardoppervlak vallen. Pas wanneer de zonnestralen op het aardoppervlak vallen, geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af.
De zonnestralen verwarmen het land en het water niet even sterk. Deze gesteldheid van het aardoppervlak heeft invloed op de temperatuur. Water neemt warmte langzaam op, maar koelt ook langzaam af. Land wordt sneller warm en sneller koud dan water. Aan het bgein van de zomer is de zee nog niet opgewarmd. In Europa waaien vooral westenwinden. Een aanlandige wind (wind die van zee naar het land waait, ook wel zeewind genoemd) brengt de koele lucht van boven zee naar het land. Aan het eind van de zomer, wanneer het zeewater is opgewarmd, brengt de zeewind warmere lucht naar het land. Zeewind heeft een hogere luchtvochtigheid dan landwind.