Broeikaseffect
Het broeikaseffect is het opsluiten van hitte in de atmosfeer. De hitte wordt opgesloten door broeikasgassen; met name koolstofdioxide (C02) en de damp van water (H2O). Deze gassen vormen rondom onze planeet een soort "deken". Zonder deze deken zou er geen leven op aarde mogelijk zijn. Het beschermt ons onder andere tegen de kou van het heelal. Zonder de broeikasgassen zou het ongeveer -18°C zijn, nu is het gemiddeld 15 graden op aarde. Op Venus zijn er te veel broeikasgassen, daardoor is er ook geen leven mogelijk.
In de dampkring zitten van nature gassen zoals koolstofdioxide, methaan en waterdamp. Deze gassen in de damprking werken net als het glas in een broeikas. Glas laat de zonnestralen door, maar houdt de warmte vast. De gassen werken als een soort deken. Ze worden broeikasgassen genoemd. Het vermogen om (zonne)warmte vast te houden door de atmosfeer heet het natuurlijke broeikaseffect.
Door het verbanden van aardgas, aardolie en steenkool komen er meer broeikasgassen in de atmosfeer. Dit zorgt voor extra opwarming. Er ontstaat een verstrekt broeikasseffect. Dit heeft zeespiegelstijging tot gevolg. Dat komt vooral doordat zeewater uitzet als het warmer wordt. Ook smelten de gletsjers en het landijs op Groenland en de Zuidpool, waardoor er meer water in de Oceanen komt.