Luchtdruk
Lucht heeft gewicht. Een liter lucht weegt 0.003 gram. Dat lijkt weinig, maar het is best veel wanneer je het gewicht van de hele atmosfeer bij elkaar optelt. Al dat gewicht drukt op de aarde. De luchtdruk kun je meten met een barometer. In een weerbericht wordt de luchtdruk aangegeven in hectopascal (hPa). Op een weerkaart worden punten gezet met daarbij de hoogte van de luchtdruk, bijvoobeeld 980 of 990 hPa. Punten van gelijke luchtdruk worden met elkaar verbonden door een lijn. Zo'n lijn heet een isobaar (lijn die punten van gelijke luchtdruk verbindt).
Hier ziet u de barometer. De barometer geeft aan wat voor weer het wordt.
De kracht van de luchtdruk werd al in 1657 gedemonstreerd met de klassieke proef met de Maagdenburger halve bollen (zie de afbeelding hier links). Aangezien het ene weerstation hoger boven zeeniveau ligt dan het andere, worden door alle weerstations op aarde niet zonder meer vergelijkbare luchtdrukwaarden gemeten. Om een juiste vergelijking te kunnen maken, wordt de luchtdruk van de meeste weerstations op aarde herleid naar het gemiddelde zeeniveau. Bij erg hoog gelegen bergstations wordt een andere methode gebruikt. Met weerballonnen kunnen tot op circa 40 km hoogte de luchtdruk en andere grootheden gemeten worden om een vollediger beeld van de toestand van de atmosfeer te krijgen.